Bij energiemaatschappij Vandebron kies je zelf waar je energie vandaan komt. Duurzame energie, wel te verstaan. En dan ook nog eens zonder dat het bedrijf winst maakt op je verbruik. Dat klinkt haast te mooi om waar te zijn. Journalist Stefan ten Teije gaat op bezoek bij de bron van de stroom die hij gebruikt. Want hoe groen is die energie eigenlijk?
Toen ik 2 jaar geleden verhuisde van een kamer naar een eigen appartement, mocht ik voor het eerst zelf een energieleverancier kiezen. Omdat ik milieubewust leef, was ik als vanzelfsprekend op zoek naar groene stroom.
Vergelijkingssites hebben mij geholpen bij de keuze. Mijn oog viel op Vandebron. Bij die leverancier mag je zelf kiezen waar jij je energie vandaan haalt. Van een windmolen in een aardappelveld langs de A4 of van zonnepanelen op het dak van boer Bertwin? Zeg het maar! Het zijn allemaal relatief kleine (boeren)bedrijven die zich hebben aangesloten. Vandebron doet de klantenwerving en administratie, zodat de boeren zich kunnen concentreren op het ‘verbouwen’ van energie.
Tripjes langs de boeren
Na wat vergelijken koos ik vanwege de prijs voor de Bio-energiecentrale Sittard. Het mooie was: ik mocht daar ook langsgaan. Zo kon ik zien waar de energie wordt opgewekt die mij uiteindelijk lekker laat leven: door mijn verlichting, koelkast, muziekinstallatie en wasmachine elke dag te laten werken.
Het bezoekje heeft ruim 2 jaar op zich laten wachten en dat had direct een groot nadeel. Ik belde met het servicenummer van Vandebron en kreeg helaas te horen dat de bezoekjes aan de ‘bron’ niet meer mogelijk zijn. Vandebron heeft een periode tripjes langs de boeren georganiseerd, maar het was te duur om dat vol te houden. Helaas een marketingtruc om mij binnen te halen en niet verankerd in beleid. Dat valt me tegen. Het lijkt mij juist zo transparant en essentieel voor het vertrouwen in groene energie.
Toen ik vertelde dat ik er als journalist een stuk over zou willen schrijven, is bij de afdeling persvoorlichting van Vandebron toch moeite voor me gedaan. Al snel kon ik een afspraak maken in Sittard.
Snoeiafval als energie
De centrale ligt naast het spoor van de trein naar het zuiden van Nederland, ingeklemd tussen Limburgse maïsvelden. Het terrein wordt afgeschermd door een slagboom met een enorme voertuigweegschaal. Misschien wel herkenbaar van stortplaatsen. Niet gek dat ik hem hier tegenkom, want dit ís een stortplaats. De gemeente, bedrijven en particulieren komen hier hun snoeiafval van tuinen en plantsoenen brengen, zodat het kan worden omgezet in energie.
Er worden geen bomen gekapt om deze centrale te laten draaienMonique AartsHoe dat precies werkt, legt Monique Aarts uit. Ze is medeoprichter en -eigenaar van de Bio-energiecentrale Sittard (BES), die sinds 2005 bestaat. Ze komt uit een boerenfamilie, ging werktuigbouwkunde studeren en nam samen met haar zus het hoveniersbedrijf van haar vader over. Dat ging goed, maar zo’n 20 jaar geleden ging ze op zoek naar iets waar ze ‘haar ei in kwijt kan’.
“Ik vond het zonde dat er niks gebeurde met het groene afval dat we als hoveniersbedrijf overhielden. Als het op de composthoop gaat, komt er methaan vrij. Dat is een broeikasgas dat 25 keer zo sterk is als CO2 en dus bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Terwijl we het prima als brandstof kunnen gebruiken.” Via een omweg en met behulp van gemeente en provincie lukte het haar een financiering te krijgen voor het bouwen van een centrale. Ik krijg een rondleiding.
Op het terrein is net een vrachtwagen tuinafval aan het storten. Het komt op één van de grote hopen naast de centrale te liggen. “Vervolgens gooien we het in een shredder, zodat er goed brandbaar materiaal uitkomt. Wat ik belangrijk vind om te zeggen: dit is allemaal afval uit de directe omgeving van Sittard. Het is dus geen hout waar tafels van gemaakt hadden kunnen worden en er worden ook geen bomen gekapt om deze centrale te laten draaien.”
De oven in
“Hier gaat het afval in”, zegt Monique als ze bij de ingang van de fabriek staat. “Langzaam wordt alles naar de transportband gestuwd door een machine die je kunt vergelijken met zo’n apparaat op de kermis met die muntjes. Vanaf de transportband gaat het tuinafval de oven in.”
Het as dat overblijft na de verbranding gaan we inzetten als kunstmestMonique AartsIn de oven zit een gesloten oliesysteem, met wel 20.000 liter olie. Die transportolie wordt zo’n 300 graden celsius en gaat in leidingen richting een warmtewisselaar. In die wisselaar zit siliconenolie, die door de hitte wordt verdampt. Bij het vrijkomen van die damp komt energie vrij, die ervoor zorgt dat een gigantisch tribunewiel wordt aangedreven. Deze generator wekt stroom op.
Gek genoeg – dit had ik niet verwacht – is het aandrijven van de generator helemaal niet het hoofddoel van de Bio-energiecentrale Sittard. “We zijn opgericht om huizen te verwarmen. Bij het opwekken van stroom komt veel warmte vrij. Dat koelen we met water, waardoor dat water uiteraard de warmte opneemt. Vervolgens sturen we dat warme water naar de naastgelegen wijk Hoogveld.”
“Huizen en scholen hebben daardoor warm water en in de zomer een airco, die werkt met behulp van een soort omgekeerde koelkast. Daar profiteren nu al zo’n 1.500 huishoudens van. Volgend jaar gaan we dat aantal verdubbelen. We blazen nu nog heel veel restwarmte weg. Dat is zonde! Na volgend jaar zitten we op 84% rendement – oftewel nuttige energie. Daar werken we al sinds het begin aan. Ontwikkelen is nadenken over het benutten van alles wat we overhouden. Zo gaan we het as dat overblijft na de verbranding inzetten als kunstmest.”
3.000 gezinnen
De energie die door de generator wordt opgewekt, voorziet trouwens ongeveer 3.000 gezinnen van stroom. En ik ben dus één van de klanten. Maar hoe gaat dat eigenlijk? Er zal toch geen leiding worden gelegd richting mijn appartement in Nijmegen?
“Wij leveren aan het net. Vervolgens krijgen we certificaten, zogenoemde garanties van oorsprong, die we kunnen verkopen aan energiemaatschappijen.” Toezichthouder CertiQ controleert geregeld of alles eerlijk verloopt. Niet alleen of de meter klopt, maar ook of er met het binnengekomen tuinafval ook daadwerkelijk zoveel energie kan zijn opgewekt.
Houtsnippers van omgekapte bossen
Het is nog niet eenvoudig zo’n centrale te bestieren, vindt Monique Aarts. Ze moet soms vechten tegen imagoschade. Dat heeft ook te maken met een brand in 2007 in deze centrale. Ze hebben daarna in de fabriek maatregelen genomen, maar nog steeds moet Monique soms uitleggen of het wel veilig is.
Verder zijn biomassacentrales niet altijd even groen, omdat er bijvoorbeeld houtsnippers van omgekapte bossen als brandstof worden gebruikt. Of – en dat is helemaal bizar – de ‘duurzame brandstof’ wordt vanuit het buitenland geïmporteerd. De uitstoot van vervoer maakt het dan direct al niet meer groen. Veel consumenten vragen zich dan ook af of hun groene stroom wel echt groen is.
Het voelt goed om te hebben gezien dat het in Sittard anders gaat en dat Monique samen met haar zus Angèle en man Servaes er alles aan doet om daadwerkelijk duurzaam warm water en stroom op te wekken. Als het even kan, zou het mooi zijn als Vandebron het mogelijk maakt om zulke rondleidingen voor iedereen te verzorgen.